Er is geen aandeelhouder op de wereld die een zeer winstgevende activiteit van een bedrijf zo maar de deur zou uitdoen. Ondenkbaar, tenzij die aandeelhouder De Staat der Nederlanden is.
Op het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat schijnt men hard na te denken over de vraag of detailhandel wel een kerntaak is van de NS. Het regeerakkoord zette vraagtekens bij de positie van de NS. Concurrenten op het spoor, zoals Arriva en Connexxion, hebben zo’n bron van inkomsten niet. De vraag is nu of het wel eerlijke concurrentie is.
Al duizenden jaren vormen de punten waar reizigers langskomen een vruchtbare bodem voor handelaren. Denk maar aan Amster – dam. Dat is nog steeds zo. De tienduizenden mensen die dagelijks per spoor reizen, vormen een mooie bron van inkomsten voor diverse winkels en horecagelegenheden. De NS heeft er baat bij. Wat in 1999 begon met een AH To Go is inmiddels uitgegroeid tot een bijzondere bron van inkomsten voor het spoorbedrijf. Vorig jaar leverde de exploitatie van winkels op stations zo’n €375 mln omzet op, op een totaal van ruim €5,1 mrd. (bron NRC)
Gains & pains
Is detailhandel een kerntaak van NS? Op social media (bijvoorbeeld hier) ontspon zich een discussie over die vraag. Al snel leek de consensus dat het geen kerntaak is. Reizigers van A naar B brengen; op tijd graag. Verder niet zeuren.
Toch is die constatering voor iedereen die enige sjoege heeft van marketing te simpel. Het Business Model Canvas van Osterwalder, bijvoorbeeld, beschrijft heel duidelijk de relatie tussen de ‘customer Jobs’, de gains en de pains van de klant en het product dat een organisatie aanbiedt. Wie door die canvasbril naar de NS kijkt ziet dat de kerntaak van de NS weliswaar reizigers van A naar B brengen is, maar wie daar als ‘gain’ het woord ‘comfortabel’ of ‘plezierig’ aan toevoegt, heeft al veel meer begrip voor de horeca en de winkels in handen van de NS. Op weg naar huis eenvoudig winkelen, voegt iets toe aan de reisbeleving. Het is het ijsje of de hotdog bij de IKEA. Bovendien is een bekende ‘pain’ de onveiligheid op stations. Winkels geven de reiziger juist een veiliger gevoel. In die zin is het dus heel erg begrijpelijk dat de NS het beheer niet graag uit handen geeft. Het is een strategische marketingbeslissing om de horeca bij de NS te houden. Zo kan de organisatie waken over de strategic fit tussen de verschillende activiteiten in de waardeketen.
Oren
Maar of politiek Den Haag ook naar deze marketinglogica luistert, is maar zeer de vraag. Waarschijnlijk neemt staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat) geen strategische marketingbeslissing, maar laat ze haar oren hangen naar ‘het schimmige spel in de wandelgangen. Wij vrezen voor de irrationaliteit van de politiek. “Kan een private partij niet beter hamburgers bakken,” vroeg populist Jeroen Dijsselbloem zich al in 2015 af met betrekking tot dit onderwerp. Met een aandeelhouder als de staat heb je als organisatie in ieder geval geen concurrentie meer nodig. Ook als het over de NS gaat, is de politiek volgens ons het spoor bijster.